Monday, March 26, 2007

Bloggenderwijs

Carla moest toegeven dat het helemaal niet was wat ze ervan had verwacht. Uren en uren had ze gestoken in het creëren van de ultieme blogspot. En het resultaat mocht er wel zijn, daarover kon ze zeker niet klagen. Het had tijd gekost, maar alles was perfect. De naam waar ze al dagen over had lopen denken, de was en de plas opzij zettend om zich beter te kunnen concentreren, de kleuren van achtergrond en tekst, die ze allemaal ernstig tegen elkaar had afgewogen, van het lichtste en zachtste pastelroze, tot het helste groen, dat ze uiteindelijk toch maar achterwege had gelaten toen ze na een minuutje staren ze een pijnlijke steek voelde achter haar ogen. Het was een afmattend proces geweest, maar ze had resultaat, een prachtig resultaat zelfs. Helaas kon Carla na al haar zware werk niet anders dan toegeven dat er een kleine afwijking zat in haar voorstelling van de perfecte blogspot, want wat moest ze in godsnaam posten op zo’n ding.

Oh ja, ze had haar research gedaan, iedere blog die ze maar kon vinden had ze tot in de kleinste details bestudeerd, waarna ze telkens weer tot de conclusie was gekomen dat zij het zeker beter zou kunnen. Haar man Herman noemde haar niet voor niets ‘mijn boekenwurmpje’.

Na zo’n tien pogingen tot het vinden van De Perfecte Tekst besloot ze toch maar om raad te gaan bij Herman, die zijn wettige echtgenote altijd steunde door dik en dun, en die haar ook bij dit project had bijgestaan met raad en daad, hoewel de daad zich dan meestal beperkte tot het zetten van de koffie die hij haar weliswaar op tijd en stond kwam brengen, telkens weer het klontje suiker vergetend. Ze vond Herman achter zijn krant in de zetel, en probeerde de teleurstelling in haar stem te verbergen terwijl ze hem de situatie voorschotelde.

“Maar lieve vrouw”, klonk het van achter de krant, “is het dan werkelijk zo belangrijk wat er komt te staan in zo’n post? Ik heb je meer dan eens horen lachen met onzinnige teksten op andere webstekjes, die, hoewel ze duidelijk volledig inhoudloos waren, toch wel voor enig vertier konden zorgen.” Carla keek haar man verbijsterd aan, “Hoe kan je zoiets zeggen, Herman, ik geloof mijn oren niet! Natuurlijk is het belangrijk, hoe kan ik me nu ooit als mens ontplooien als ik niets weet te posten op mijn eigen website. Ik ben wat ik schrijf, mijn beste Herman, je zou beter moeten weten dan zo’n vreselijke uitlatingen te doen.”

Herman keek nadenkend op, en legde zijn krant dan maar eventjes opzij. Natuurlijk had zijn vrouw gelijk, hier moest een oplossing voor gezocht worden, en wel met spoed, want jezelf ontplooien is toch wel een van de belangrijkste dingen in het leven!

“Je hebt gelijk, Carla”, zei hij tenslotte, na een lange bedenkelijke stilte, “maar natuurlijk kan ik jou geen idee geven voor De Perfecte Tekst, dat zou tenslotte betekenen dat niet jij maar ik mezelf ontplooid heb, en we weten allebei dat dat een traumatische ervaring voor je zou zijn. Ik zou niet anders kunnen dan de eer op te strijken, en wat zou je dan nog voorstellen.”

Carla nam de woorden in overweging. Ze moest toegeven dat er wel wat in zat, maar daarmee was ze natuurlijk nog geen stap voort, want ondertussen had ze nog steeds geen post. Er klonk dan ook een lichte hint van wanhoop in haar stem toen ze nogmaals vroeg wat ze dan in hemelsnaam zou moeten doen, om de perfecte tekst te bekomen.

“Nou, lieve schat”, klonk het antwoord van haar wederhelft, “daar ik geen raad mag geven voor een perfect onderwerp, kan ik je alleen maar zeggen: Laat je inspiratie werken, dat komt allemaal wel vanzelf dan, maak je geen zorgen.”

Hierop keek Carla haar man even bevreemdend aan, maar hoewel het een nogal onlogisch idee leek te zijn, geloofde ze rotsvast in het gelijk van haar man. “Hmm, misschien zit daar wel wat in”, klonk dan ook haar antwoord, “Ik zal het maar gewoon laten komen,” waarna ze zich naar de keuken begaf, om in afwachting maar te beginnen aan de afwas.

Drie uur later was het, toen Carla zich terug begaf naar de computer, om te kijken wat de resultaat was van de suggestie van Herman. Ze moest maar even een blik op de computer werpen op te zien wat het onrustwekkende resultaat was. Het duurde niet lang voor Herman, die op het gejank was afgekomen, naast zijn vrouw stond en samen staarden ze een ogenblik nietszeggend naar het lege kadertje op het scherm, waar klaarblijkelijk nog steeds geen tekst was verschenen, perfect of anders.

“Nou”, begon Herman, “Ik vrees dat we hier onze conclusies uit moeten trekken, lieveling. Na zo lang en hard te werken ben je blijkbaar nog steeds geen letter gevorderd. Het is duidelijk dat je inspiratie je een signaal wil geven in verband met je persoonlijkheid, die natuurlijk altijd even betekenisvol is als de inhoud van je tekst. In jou geval is dat duidelijk nogal, euhm, leeg.” Carla snikte even, en bracht al schrijend een ‘ja’ uit. “Je snapt toch wel, lieve Carla, dat ik niet kan samenleven met zulk inhoudloos wezen. Helaas zal ik je moeten vragen te vertrekken, maar maak je geen zorgen om mij, ik heb een vrouw leren kennen met een bijzonder interessante blogspot, en zij zal het zeker een leuk idee vinden om hier te komen wonen.”

Carla keek hem even aan, nog steeds een beetje onbeholpen snikkend. “Bedankt dat je het zo goed opvat, lieve Herman, ik zou je niet willen meesleuren in de ondergang van mijn persoonlijkheid, maar goed dat je zo vooruitziend bent geweest!” Herman lachte lief naar zijn voormalige levensgenoot, waarna hij zich omkeerde en richting zetel en krant verdween.

Carla zuchtte even. Wat had ze toch een slimme man. Ze keek nog een moment naar de perfecte kleuren die het computerscherm vulden, en zette toen het gevaarte af. Ze liep nog even langs de keuken om een klontje suiker te halen voor in haar koffie, en ging daarna haar koffers pakken.

Saturday, March 24, 2007

Schaapachtig

Het is de ziekte van deze eeuw, de zoektocht naar identiteit. Het is niet zomaar een modeverschijnsel waar de jeugd zich aan tegoed doet, nee, iedereen doet mee: van pubers tot bejaarden, steden, provincies, regeringen, partijen en organisaties allerhande, landen,... Allemaal gaan ze moedig op zoek naar wie ze zouden kunnen zijn, de een om zichzelf te leren begrijpen, de ander in de hoop beter begrepen te worden.
Velen falen, of doen er jaren en jaren over om zover te komen, over anderen twijfel ik of ze wel een identiteit hebben, hoewel diegenen meestal het hardst proberen hun eigenheid te bewijzen...
Het is dan ook geen voor de hand liggende zoektocht, wetende dat een mens zijn hele leven blijft veranderen, maar iedereen ploetert moedig voort.
Ook ik heb me laten vangen in de vraag ‘wie ben ik’ en, jawel, u raadt het al, ben nu als een razende op zoek naar het antwoord op die vraag. Ik kan u wel melden dat ik tot nu toe geen stap verder ben geraakt (vandaar ook de brandende leegte waar nu een profiel hoort te staan, voorlopig toch), maar dat houd me niet tegen, au contraire, nog steeds ga ik dagelijks de strijd aan met innerlijke onzekerheden, en begeef ik me op onbekend grondgebied, waar ik gewapend met een vergrootglas iedere steen ondersteboven keer, zoekend naar enige vorm van definitie van mijn zogenaamde persoonlijkheid.
Nu weet u heus zelf ook wel, dat bij zowat iedereen de zoektocht naar identiteit niets anders is dan een uiting van de wil tot verscheidenheid, en dat we niet zozeer willen weten wie we zijn, maar hoe we anders zijn de rest van de immense wereldbevolking, hoe we ons kunnen onderscheiden, en bewijzen dat we wel degelijk iets meer betekenen dan zomaar het volgende miertje in de hoop. Vreemd genoeg doet zowat iedereen hetzelfde om te bewijzen dat hij of zij anders is, leuk toch, zo wat tegenstellingen in het leven.
Neem nu een blogspot... Zowat de helft van de wereld heeft er eentje tegenwoordig, een plaatsje op het wereldwijde net waar ie zichzelf voorstelt en onzin naar believen kan spuien. En wat doe ik, ik volg slaafs de nieuwste vorm van cybermode om te bewijzen dat ik ík ben, me niet aantrekkend dat ik nu net ben zoals al de rest. En ik ben niet de enige, dagelijks komen er nog honderden, zo niet duizenden ‘bloggers’ (god wat haat ik dat woord) bij, die hopen uit te blinken in het zichzelf zijn, door als schapen in een weide de ander te volgen.
En daar komt weer de vraag, hebben we wel een identiteit, zijn we meer dan een kudde schapen en zo niet, vinden we het wel erg om schapen te zijn? Daar komt weer de vertwijfeling, de identiteitscrisis, de existentiële angst, ... Maar we trekken het ons niet aan, we gaan moedig door, op naar het volgende eigenheidsavontuur, gravend naar nieuwigheden...
Ik kan er maar eens schaapachtig om lachen. Ik trek het me niet aan, ik heb tenminste een blogspot, jihaa joecheei, en daarbij, ik hou wel van een wolle trui...